Een schilderij moet groeien en heeft diverse lagen.
Je maakt eerst een keuze in het materiaal:
Een verf, zoals aquarel, gouache, acryl of inkt.
Of een droog materiaal, zoals pastel, kleurpotlood of houtskool.
Maak een basis, een ontwerp.
En dan kun je met elk materiaal meerdere dingen doen, zoals vegen, blazen, druppen.
En kleuren kun je mengen: een techniek op zich!!!.
Kies je penselen, of rollers.
Ga droog of nat te werk.
In je handschrift komt je persoonlijkheid tot uiting..
Als je meerdere materialen combineert, noemen we dat gemengde techniek.
Ontwerp
Als je ontwerp klaar is, kun je beginnen met je compositie over te brengen op doek. Dat kan op verschillende manieren, hier is gekozen om het ontwerp met dunne lijnen, met verdunde acryl losjes te schilderen
Ondergrond
Afhankelijk van de drager ( dat is waarop je werkt) bewerk je eerst de ondergrond met gesso. Werk je bijvoorbeeld met pastel, dan doe je dat juist niet, omdat je dan op karton werkt.
Experimenteren
Er bestaat geen eenduidig recept voor een schilderij: elk schilderij is een proces op zich. Veel onderzoeken, veel doen en van je fouten kun je leren.
Structuren
Ik werk veel met structuren en hierin heb je veel mogelijkheden. Met acryl kun je zand strooien in de natte gesso, of door de gesso mengen. Ik heb diverse soorten zand op voorraad. Je kunt ook modeling paste gebruiken, vloepapier of andere materialen gebruiken.